Kynologie:

Binnen de VVDH verstaat men onder de term ‘kynologen’, leden die zich voornamelijk bezig houden met het uiterlijk van de Duitse Herder. Eigenlijk is dat geen juiste benaming. De term ‘kynologie’ komt uit het Grieks en betekent letterlijk ‘kennis over honden’. Iedereen die zich met honden bezig houdt is dus in meer of mindere mate een kynoloog. De Duitse Herdershond is een werker, een alleskunner die z’n werk een lange tijd moet kunnen volhouden. Op de eerste plaats is hij een draver, die beschikt over veel uithoudingsvermogen. Dat betekent dat zijn lichaamsbouw daar op aangepast moet zijn.
Op shows wordt daarom niet alleen gekeken in hoeverre de hond voldoet aan de raskenmerken (neergelegd in de rasstandaard) maar vooral ook naar zijn draverscapaciteiten.
Een keurmeester bekijkt de hond eerst ‘in stand’ en daarna ‘lopend’.

Tijdens de ringtraining leer je hoe je je hond het beste in stand kunt zetten. Daarbij moet de hond ook leren het normaal te vinden door de keurmeester betast te worden, gemeten te worden met een schuifmeetlat en rustig te blijven zitten als er in z’n bek naar het gebit gekeken wordt.

Een tweede deel van de ringtraining bestaat uit een looptraining. Je hond moet niet alleen leren ‘z’n rondjes te lopen’, maar dat ook met enig enthousiasme te doen. Je zult merken dat dat zowel een conditie van de hond, als ook van de baas verlangt! Het is goed om al met een jonge pup met deze training te beginnen.